Bryce Dessner ken je misschien van zijn werk als gitarist en componist voor rockband The National, maar zijn carrière als ‘klassiek’ componist ontwikkelt zich in ramp tempo. Het klassieke pad bracht Dessner samen met iconen als Steve Reich, Philip Glass, Nico Muhly en Caroline Shaw, maar ook met pop-fenomenen als Bon Iver, Paul Simon en Sufjan Stevens. Deze Birds of Paradise-uitvoering markeert het allereerste programma dat drie van zijn concerten samenbrengt: zijn Tromboneconcert, St. Carolyn by the Sea en het Concert voor twee piano’s. De avond wordt besloten met de wereldpremière van een suite uit de Complete Mountain Almanac: een liedcyclus van de Noorse composer Rebekka Karijord waarvoor Jessica Dessner de teksten schreef en Bryce de arrangementen maakte..
Dessner speelt deze avond gitaar in St. Carolyn by the Sea, trombonist Jörgen van Rijen voor het Tromboneconcert en het wereldberoemde pianoduo Katia en Marielle Labeque voor Concert voor twee piano’s. Rebekka Karijord en de Franse singer-songwriter Pauline de Lasssus nemen de vocalen voor hun rekening in de Complete Mountain Almanak. Het Belgische Casco Phil is hun solide orkestpartner.
Neil Wallace gaat in gesprek met componist Bryce Dessner, composer Rebekka Karijord en tekstschrijver Jessica Dessner over de totstandkoming van de muziek en het album Complete Mountain Almanac.
Beeldend kunstenaar Jessica Dessner was naast het schrijven van de songteksten ook verantwoordelijk voor het artwork van Complete Mountain Almanac. De basis hiervoor vormen tekeningen van bomen, die ze tijdens het schrijven dagelijks maakte en waarvan in deze expo een selectie te zien is.
Dessner – Trombone Concerto
Dessner – St. Carolyn by the Sea
Dessner – Concerto for two pianos
Karijord/Dessner – Complete Mountain Almanac (world première)
Benjamin Haemhouts, conductor
Bryce Dessner, guitar
David Chalmin, guitar
Jörgen van Rijen, trombone
Katia & Marielle Labeque, piano
Rebekka Karijord, vocals
Pauline de Lassus, vocals
Jessica Dessner, teksten
Een co-productie met B-Classic (B), Casco Phil (B) en De Singel (B)
Neil Wallace gaat in gesprek met componist Bryce Dessner, composer Rebekka Karijord en tekstschrijver Jessica Dessner over de totstandkoming van de muziek en het album Complete Mountain Almanac. Complete Music Almanac is de muzikale samenwerking van Karijord en dichter, danseres en multimediakunstenaar Jessica Dessner, vergezeld door haar broers Aaron en Bryce Dessner van The National. Terwijl het album je meeneemt door de seizoenen, wordt de naadloze correlatie tussen afrekening met de toestand van onze planeet in de nasleep van de klimaatcrisis en de genezing van iemands lichaam overduidelijk. Sonisch manoeuvreert het album door folk, klassiek, kamermuziek en alles daartussenin, waardoor een sfeer ontstaat die de luisteraar meetrekt in een op zichzelf staand universum.
“Delicate yet powerful, and utterly compelling.” Mojo
“The results are an intense juxtaposition of the intimate and the universal framed in beguiling chamber-folk arrangements.” Uncut
Naast het schrijven van de gedichtenbundel waarvan de teksten voor Complete Mountain Almanac zijn aangepast, creëerde multimediakunstenaar Jessica Dessner ook het artwork voor het project. Na het schrijven van het manuscript voor CMA in de herfst van 2018, begon Jessica aan een project van een jaar om ‘een dagelijkse boom’ te schilderen. Een selectie van deze schilderijen zal in deze tentoonstelling te zien zijn.
Jessica Dessner: “Na de diagnose borstkanker besloot ik om voor elke dag van 2019 een boom te schilderen. Door een dagelijkse meditatie over hun veranderlijkheid en veerkracht werden bomen mijn rolmodellen voor genezing en herstel. Door hun vermogen om de barre seizoenen en het weer te weerstaan - om bladeren, takken en zelfs grotere delen van zichzelf te verliezen en toch overeind te blijven – hielpen bomen me om tot het inzicht te komen dat alles wat me overkomt van de aarde is.”
Een Q&A voor componisten in spe, nieuwsgierige muziekstudenten en muziekliefhebbers. De jonge Nederlandse componist Remy Alexander gaat in gesprek met Bryce Dessner over zijn manier van componeren. Een close encounter waarbij je je brandende vragen rechtstreeks aan Dessner kwijt kunt.
Op de naam Bryce Dessner volgt meestal een lange opsomming aan muzikale stielen: componist voor concertzaal, popclub en bioscoop, orkestrator voor Taylor Swift en Sharon van Etten, albumproducer, curator. Daarbij vaak ook nog zelf aan de gitaarsnaren: zowel bij The National als in zijn klassieke schrijfsels. Een man van vele muziekwerelden, zou je kunnen zeggen… maar zo ziet Dessner dat zelf niet. ‘De oefening blijft altijd dezelfde. Je schrijft noten op een blad zodat muzikanten ze kunnen uitvoeren.’
Er is maar één Bryce Dessner, daar kan ik nog inkomen. Maar je kan toch niet ontkennen dat je heel uiteenlopende muziektalen beheerst?
Bryce Dessner: “Daar ben ik het niet mee eens. Popmuziek is misschien wat anders gestructureerd. Die wordt vaker met computerprogramma’s in studio’s gemaakt. Daardoor hang je vast aan een raster, meestal in een 4/4-maat. In klassieke muziek hecht je wat meer belang aan de grote lijn. Maar zelfs in de klassieke muziek kan je beargumenteren dat componisten vooral bekend staan om hun hooks. ‘Ode an die freude,’ of de Boléro van Ravel. Het is echt niet zo verschillend.
Wat mij bijvoorbeeld erg interesseert is de textuur van de klank. Het timbre. Een avant-gardecomponist als Lachenmann doet dat met zijn Musique concrète, waarbij hij instrumenten niet meer op de traditionele manier gaat bespelen. Voor mij is dat gelijkaardig met hoe Lou Reed of Sonic Youth de elektrische gitaar behandelen. Het gaat niet meer over de noten, maar over de resonantie van de snaar, over de magnetische energie in een versterker, over feedback… Dat is bijna spectralisme. Dat priegelen over de fijnste details, daar kan ik me ook eindeloos mee bezighouden. Zowel in mijn partituren als in mijn rocknummers.”
Wil je daarmee ook zeggen dat inspiratie van overal kan komen?
Bryce Dessner: “Ik heb het geluk te mogen werken met de grootste klassieke uitvoerders. Ik ken briljante Julliard-alumni die na hun diplomauitreiking niet één noot klassieke muziek meer hebben geschreven. En ik reken conceptuele Duitse elektronica-artiesten als Mouse on Mars tot mijn vrienden – met hen kan je pas een discussie hebben over spectralisme. Dus ja, dat prikkelt me echt. Je weet nooit wat je waar zult vinden.”
Wat ik dan de grote sterkte van je muziek vind, is hoe je in die detailmanie nooit het overzicht over het grotere geheel verliest. Je slaagt er wel steeds in om met die minutieus geboetseerde klank een narratief op te bouwen.
Bryce Dessner: “Het is niet zo dat ik programmamuziek schrijf, natuurlijk. Ik leg er geen verhaaltje op. Maar ik begrijp wel wat je bedoelt. Ik schrijf niet vanuit een ideologie, het is niet didactisch, ik wil niet pedant een punt maken. Mijn inspiratie komt vaak uit een buitenmuzikale bron, die sijpelt ongetwijfeld door in de noten. Bij St. Carolyn by the Sea was dat een gedicht van Jack Kerouac. Voor het Concerto voor twee piano’s zijn dat de kunst van Robert Rauschenberg en de gedichten Robert Creeley of Frank O’Hara.
Vaak zijn het die Amerikaanse kunstenaars uit het midden van de vorige eeuw. Het moment waarop we in de VS voor het eerst een eigen kunsttaal ontwikkelden. Er zijn wel eerste interessante experimenten geweest van Charles Ives of Aaron Copland of zelfs Milton Babbit. Maar die blijven wel erg verankerd in de West-Europese muziektraditie.
Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw krijg je – eerst in de beeldende kunsten – plots artiesten die daar helemaal van los beginnen te komen. Een Jackson Pollock, een John Cage. Wat me daarin interesseert is hoe zij loskomen van die vooropgestelde structuren. Dat hoop ik in mijn muziek ook te doen. De taal bepaalt de vorm, en niet omgekeerd. Ik wil telkens opnieuw door die ontdekkingsreis gaan. Een stuk maakt zich kenbaar vanuit een idee, daar vloeit de rest naturel uit voort… “
En dan alle regels overboord?
Bryce Dessner: “Zo ver zou ik ook niet gaan. Als ik een concerto schrijf, weet ik wel dat ik me aan bepaalde regels moet houden. Een concerto is een paradigma: je weet dat je schrijft voor een solist en een orkest in een concertzaal. Dat vraagt sowieso wel een bepaalde aanpak.”
Je noemt componeren wel vaker een ‘collaborative art’. Wat bedoel je daar precies mee? Jij bepaalt toch wat er in de partituur staat?
Bryce Dessner: “De noten op het papier dienen in mijn ogen alleen maar om te kunnen converseren. Als je wil samenwerken met een orkest of een strijkkwartet, dan is die genoteerde muziek de taal die je daarvoor gebruikt. En die taal kan je bovendien aanpassen. Als ik stukken voor mijn broer schrijf, moet ik dat op een andere manier aanpakken, want hij kan geen noten lezen. Als ik orkestreer voor Paul Simon, dan is dat een andere manier van noteren dan wanneer ik schrijf voor klassieke uitvoerders. Steve Reich zei altijd: ‘het is niet klassiek, pop, folk of elektronica. Het is één taal die gecommuniceerd wordt via een manuscript van geschreven muziek.’ Het is een middel om een doel te bereiken. Het is zeker niet de uiteindelijke muziek. Je kan een prachtig manuscript hebben dat zich niet laat vertalen; maar evengoed kan je een partituur hebben van een ongelofelijke simpliciteit die toch de mooiste muziek die je ooit hebt gehoord voortbrengt.
Ik schrijf mijn stukken ook vaak voor de persoon die ik voor ogen heb. Het Tromboneconcerto schreef ik specifiek voor Jörgen van Reijen; het pianoconcerto is geschreven naar de handen van Katia en Marielle Labeque. De intervallen die ik gebruik zijn aangepast aan hun manier van spelen. En omgekeerd inspireren zij mij ook. In het Concerto voor twee piano’s zit bijvoorbeeld een moment in het tweede deel waar Katia me voorstelde om een passage van 16 maten te herhalen. Ze stelde vast dat de melodie er op die manier beter zou uitkomen. Ze had gelijk. Dus heb ik in mijn partituur een dubbele maatstreep met een herhalingsteken toegevoegd. Ook dat bedoel ik met samenwerking.”
Je hebt er geen moeite mee om een werk los te laten?
Bryce Dessner: “Meer nog, ik probeer mezelf zo veel mogelijk los te koppelen van de muziek. Uiteindelijk zijn het de uitvoerders die mijn werk moeten gaan interpreteren, die de noten moeten vertolken en overbrengen bij een publiek. Ook dat is een deel van het geven en nemen van onze kunstvorm. In de overdracht wordt het interessant. Dat twintigste-eeuwse idee van de eenzame, geniale componist alleen in zijn schrijfkamer, afgezonderd van de wereld, zelf geen noot spelend… dat is toch niet meer van deze tijd. Iemand die een repetitie binnenkomt met een partituur en verwacht dat je hun muziek precies uitvoert zoals zij het hebben neergeschreven, daar geloof ik niet in. Componisten hebben altijd hun eigen muziek gespeeld. Ze improviseerden erop los, lieten ruimte voor virtuoze cadenza’s waar ze hun kunnen konden etaleren. Alleen werd je de laatste eeuwen plots veel minder au sérieux genomen als je dat deed als componist. Dat vind ik kortzichtig.”
Dat is de The National-gitarist die spreekt.=
Bryce Dessner: “Och, ik zit toevallig in een band die een beetje bekend is. Ik kom oorspronkelijk wel uit de klassieke muziek natuurlijk. Maar eigenlijk is dat precies wat ik bedoel. Kijk naar de componisten van vandaag. John Luther Adams is een drummer, Jennifer Higdon speelt in een rockband. Dat zijn toch allebei Pulitzer-winnaars. Je moet muziek ook uitvoeren en je hoeft daarbij niet noodgedwongen in dat hokje van de klassieke muziek te blijven.”
Alles vloeit steeds meer samen. Genres vervagen, dat is wat Birds of Paradise ook hoorbaar wil maken.
Meer nog, volgens mij denken componisten of muzikanten zelf zelden over die hokjes na. Dat zijn vooral kunstinstellingen die een bepaald soort traditie in stand willen houden. Ik denk dat we nog veel te veel tijd verliezen met discussiëren over wat ‘goede’ of ‘slechte’ muziek is. Terwijl het ook allemaal maar perceptie is. In de klassieke muziek krijg ik vaak de stempel dat mijn werk te avant-garde is, terwijl stemmen in de avant-garde mijn composities als entertainment bestempelen. Net daarom moet je steeds vanuit jezelf schrijven. Jezelf alleen de vraag stellen ‘wat wil ik schrijven?’ Dan kom je er wel. Want dat is dan wel weer de schoonheid van het veld vandaag: there’s a time and place for everything.”
Jasper Croonen
On Composing is een reeks podcasts van Birds of Paradise over verschillende manieren van en kijken naar componeren. Verschillende artiesten komen aan het woord over hoe zij elk op hun geheel eigen manier met nieuwe composities en componeren omgaan. De podcasts vormen tegelijkertijd het basismateriaal voor Music Miners, het educatieprogramma van Birds of Paradise.
In deze aflevering komt de Amerikaanse componist Bryce Dessner aan het woord. Hij wordt geïnterviewd door Remy Alexander, programmamanager van Music Miners. De podcast is op deze plek en de site van TivoliVredenburg beschikbaar vanaf 14 maart. Luister ook naar eerdere afleveringen met Sarah Neutkens, Dominique Vleeshouwers, Bram Stadhouders en Perforator en abonneer je op deze podcast via: Spotify | Apple Podcasts | Deezer
Music Miners is in verschillende settings mogelijk en het hele schooljaar beschikbaar voor scholieren in het Voortgezet Onderwijs. Keuze en planning van artiesten in overleg met Remy Alexander: educatie@birdsofparadisefestival.nl
De klimaatcrisis was het vertrekpunt voor de songcyclus Complete Mountain Almanac dat de afsluiting vormt van het concert van Bryce Dessner en Casco Phil. In het verlengde hiervan organiseren we in samenwerking met Music Declares Emergency Netherlands een mediatraining voor artiesten waarin ze tips en tools krijgen voor een overtuigende communicatie over de klimaatcrisis. Het wordt een een interactieve sessie waarin Sem Bakker (de Popcoalitie) en Frederike Berendsen (FRÉ, Music Declares Emergency NL) in gesprek gaan met artiesten uit de Nederlandse muziekindustrie in de ‘safe space’ van Club Nine.
Aanmelden voor deze gratis training kan via bas@poweredbytinc.com en educatie@birdsofparadisefestival.nl
De training is ontwikkeld door Music Declares Emergency Netherlands in samenwerking met We Are Warming Up en de Popcoalitie en wordt mogelijk gemaakt door Birds of Paradise en Powered by TINC.